Mijn moeder zegt altijd dat ze absoluut geen tekentalent heeft. Toch tekende ze vroeger poppetjes voor mijn zus en mij. Ze begon met basispoppetjes en gaf elk poppetje kleertjes aan, die wij dan inkleurden. Wij vonden haar tekeningen geweldig, maar zelf was ze ontevreden. Later heb ik haar nooit meer zien tekenen.

Heb jij tekentalent?

Ik had dat als kind niet echt. Natuurlijk tekende ik als kind wel (welk kind doet dat niet?), maar ik was geen uitblinker. Mijn kindertekeningen werden niet op de koelkast geplakt en afgezien van een enkele in mijn foto-plakboek, waren mijn tekeningen het bewaren niet waard. Ik weet inmiddels dat de meeste kinderen zo na hun 11e jaar stoppen met tekenen. Ik ook.

Op de middelbare school vond ik tekenen niet leuk. Handvaardigheid wel, ik was liever driedimensionaal bezig. Thuis werkte ik veel met textiel.

(Even tussendoor een anekdote: ik was op de lagere school heel goed in handwerken. Een vriendinnetje noemde mij eens tijdens de handwerkles ‘een naaiwonder’. Daar werd in het groepje heel hard om gelachen; ik snapte écht niet wat daar nou zo leuk aan was. Pas jaren later ging me een licht op wat ze bedoeld had.)

Pas op de academie wilde ik graag beter leren tekenen. De voornaamste reden daarvoor was dat ik merkte dat het heel handig was bij het maken van schetsen, om mijn ideeën snel vast te leggen en om anderen te laten zien wat ik in mijn hoofd had. En goede tekeningen als kunstvorm kon ik zeer waarderen.

Op de academie had ik veel tekenvakken, maar ik was er niet goed in. De enige aanwijzing die ik steeds kreeg was: “Goed kijken!” Daar had ik niets aan, want hóe kijk je goed? Ik keek toch goed?

Tekenen heb ik pas jaren na de academie goed kunnen leren, met behulp van de methode van Betty Edwards. Toen is het met mijn tekenvaardigheid toch nog goed gekomen.

Toen ik eenmaal wist hoe ik ‘goed’ moest kijken, kreeg ik ontzettend veel plezier in tekenen. Ik heb ruim 20 jaar wekelijks in Artis getekend en zo’n vijf jaar naaktmodel. Elke vakantie gaat mijn schetsboekje mee.

Ja, zonder speciaal tekentalent kun je ook goed leren tekenen. Tekenen is gewoon een vaardigheid, en vaardigheden kun je ontwikkelen. Als je het graag wilt, kun je alles leren, dus ook tekenen.

Talent wordt schromelijk overschat. Voor mij bestaat het niet. Als je iets leuk vindt om te doen, doe je het vaker en word je er vanzelf beter in, net als ik vroeger met handwerken. Een passie voor tekenen of voor het maken van kunst, plus gerichte training en doorzettingsvermogen, zorgt ervoor dat je grote sprongen in je ontwikkeling kunt maken. Als je de vaardigheid eenmaal beheerst, kun je kunst maken die je hart sneller doet kloppen, die emoties losmaakt. Dan kom je verder dan iemand met zogenaamd ‘talent’.

Wat voor tekenen geldt, geldt voor elke kunstvorm. Talent voor schilderkunst, textielkunst, ruimtelijke kunst of voor welke kunst dan ook – het zijn vaardigheden die je kunt leren. Natuurlijk kunnen er hindernissen zijn, maar die zitten meestal in je hoofd. Je hebt bijvoorbeeld op de lagere school van een juf gehoord dat je geen tekentalent hebt, en je bent dat gaan geloven.

In iedereen schuilt een vaardig kunstenaar. We zijn gemaakt om te ‘maken’, te creëren, maar niet iedereen doet dat met dezelfde passie en toewijding. Jij kunt die vaardige kunstenaar zijn, als je bereid bent ervoor te werken en te leren.