Heb je wel eens haast gehad in een winkel van Ikea? Dat je precies wist wat je nodig had en toch langs álle afdelingen moest lopen om daar te komen? Dat komt door de strakke ‘routing’. Vanaf de ingang tot de kassa dirigeert Ikea je precies zoals zíj willen dat je loopt. Je hebt weinig in te brengen.
De routing in een winkel is de manier waarop de winkelier je door de winkel leidt. Het liefst wil de winkelier dat je álles in het assortiment ziet, zodat je zoveel mogelijk koopt, dus bij de ideale routing loop je álle winkelpaden.
Meestal kun je gemakkelijk van de routing afwijken: ik loop in de supermarkt bijvoorbeeld nooit door het pad met frisdranken, omdat ik die niet drink. Ik kledingwinkels kun je meestal vrij van de ene kant van de winkel naar de andere kant lopen.
Maar bij Ikea word je gedwongen om de complete routing te lopen. Je moet daar echt weten waar je een stuk van de route kunt afsteken, dat gaat niet gemakkelijk.
In een beeldend kunstwerk heb je ook een soort ‘routing’. Als kunstenaar wil je de ogen van de kunstkijker door je kunstwerk leiden. Je zorgt voor een aandachtspunt, een focuspunt waar de ogen van de kijker als vanzelf het eerst naartoe gaan. Daarna leid je ze met zachte hand naar andere delen van het werk, zodat de kunstkijker alles te zien krijgt.
Een kunstwerk zie je in één oogopslag. Als er veel te zien is, willen je ogen een leidraad. Ze worden graag aan het handje meegenomen, omdat ze anders niet goed weten hoe ze het beeld moeten interpreteren.
Die leiding moet je dus nemen als kunstenaar. Anders blijft de blik van de kunstkijker niet hangen en lopen ze door naar het volgende werk. Geef die kijkende ogen dus een aanknopingspunt, een focus!
Om een aandachtspunt te maken, zorg je als kunstenaar voor een groot contrast op de plaats waarvan je vindt dat de kunstkijker er het eerst naar moet kijken. Het begin van de ‘routing’ dus. De ingang naar het kunstwerk, zoals kunstenaar Luc Tuymans het noemde: “Elk schilderij heeft een ingang, een klein detail dat je aandacht trekt.”
Het grootste licht-donkercontrast (toonwaardecontrast) in een kunstwerk zorgt meestal voor het aandachtspunt. Vanaf dat punt kun je de ogen door het werk leiden door de richtingen van vormen of door lijnen. Daarmee maak je de ‘kunst-routing’ compleet en komt de kunstkijker alle delen van het beeld tegen.
Op een tentoonstelling (in pre-corona-tijd) zag ik een manier waarop er een nóg duidelijker aandachtspunt ontstond: beweging.
De kunstenaar had in een grote, ingewikkelde sculptuur een klein videoschermpje verwerkt, waarop constant bewegende beelden te zien waren. Ik geloof dat het krioelende microben waren, zoiets. Ik vond het een geniale vondst.
Het lichtgevende, bewegende schermpje trok onmiddellijk mijn aandacht en liet het ook niet meer los. En daardoor merkte ik meteen het gevaar: ik heb de rest van het kunstwerk niet gezien! Alsof ik in Ikea bij de ingang was blijven steken; een soort ‘ballenbak’ die interessanter was dan de winkel zelf. Vast niet de bedoeling van de kunstenaar/winkelier!
Een aandachtspunt in een kunstwerk is noodzakelijk om het kunstwerk ‘binnen te komen’, maar het zou een startpunt moeten zijn voor verdere verkenning. Het mag niet alle aandacht opeisen en vasthouden, maar is ideaal gesproken een wegwijzer die je uitnodigt en aanmoedigt verder te kijken, zodat de kijker alles kan zien.
Zorg als kunstenaar voor ‘routing’, voor een ingang en een mogelijkheid verder te kijken in je kunstwerk, maar liefst niet zo dwingend als Ikea!