Aan het interieur kun je een deel van iemands persoonlijkheid aflezen. Welke kleuren, welke stoffen hebben je voorkeur? Ben je ordelijk of juist niet?
Mondriaan bijvoorbeeld deed alles netjes en ordelijk. Zijn woonruimtes en ateliers waren ingericht als zijn schilderijen: leeg, rechtlijnig, sober en zonder opsmuk. Hij had geen comfortabele stoelen, omdat mensen anders te lang zouden blijven.
Toen een journalist van de Telegraaf Mondriaan in zijn Parijse appartement opzocht, ontdekte hij tot zijn verbijstering een bloem in een vaas: een natuurlijk element in de strakke kamer. Mondriaan gaf een verklaring: “Ik wilde iets hebben om de gratie en liefelijkheid van een vrouw te symboliseren, doch let wel: het is een kunstmatige bloem en bovendien heb ik de bladeren witgekalkt om het onmogelijk naturalistische groen uit mijn interieur te verbannen.”
Ik kijk regelmatig naar ‘VT Wonen – weer verliefd op je huis’. Daarin hebben stellen een tegengestelde interieursmaak. Meestal wil de man stoere meubels, ruig hout en veel metaal, terwijl de vrouw liefst kleur wil, zachtere tonen en veel textiel.
Verschillende woonvoorkeuren, maar de VT Wonen-stylist lost het op. Ik vind het superknap om te zien hoe ze het huis zó weten in te richten, dat beide bewoners zich erin thuis voelen. Tenminste, dat zeggen ze voor de camera, dus dat geloof ik dan maar.
Als kind woonde ik meestal in een oud huis; de muren in mijn kamertje waren meestal wild oranje of paars. Eén jaar hebben we in een nieuwbouwhuis gewoond. Omdat er nog (wit) bouwbehang op zat en alles nog goed moest drogen, mocht ik de muren niet verven. Die kamer heb ik nog steeds in mijn herinnering als de ongezelligste kamer uit mijn jeugd. Ik voelde me daar niet prettig.
In mijn interieur houd ik nog steeds van stevige kleuren, die best donker mogen zijn; voor mij voelt dat knus en gezellig. Maar smaken verschillen. Veel mensen houden juist van veel licht, strakke lijnen, veel wit met een paar kleuraccenten: Jan des Bouvrie-achtig. Je ziet interieurs met een landelijke uitstraling, of met retrokleuren. Veel luxe details of juist natuurlijke rust.
Het lijkt me vreselijk als je moet leven in een huis, waarin je je eigenlijk niet helemaal thuis voelt. Mondriaan had het vast niet overleefd bij mij thuis, en ik niet bij hem.
Ook in kunst heeft iedereen een eigen smaak. Ken je jouw kunstsmaak eigenlijk goed? Over je interieur kun je waarschijnlijk heel gemakkelijk beschrijven wat je wél en beslist niet in je huis wilt halen, maar weet je dat ook over de kunst die je zelf maakt? Twijfel je vaak wat bij jou past? Wat je nou écht wilt maken?
Zegt misschien jouw interieur, net als dat van Mondriaan, ook iets over jouw kunst?
Mijn ervaring is dat de meeste kunstenaars niet goed weten wat voor kunst ze het liefst willen maken. Ze weten wel wat ze níet willen maken, wat ze nooit zelf zouden maken, maar bijna nooit wat ze dan wél willen maken. Of ze vinden zoveel richtingen leuk, dat ze niet kunnen kiezen. Maar hoe kan je je kunst ontwikkelen, als je dat niet weet? Hoe kan je kunst groeien als je niet weet in welke richting? Ik noem het dan meer ronddolen in een oerwoud aan mogelijkheden.
Dus: bij welke kunst voel jij je thuis? Wat is echt jouw soort kunst, als je naar je hart luistert? Welke kenmerken zie je daarin, welke beeldende elementen hebben je voorkeur? Ik ben benieuwd!