Hoe oud ben jij? Dat is een vraag die je niet zomaar aan iedereen kunt stellen. Of mág stellen. Je hoeft ook geen antwoord te geven hoor. Maar vandaag wil ik het met je over leeftijd hebben, juist omdat het daar in de kunst absoluut niet om gaat.
Ik geef het eerlijk toe: toen ik 50 werd, vond ik dat vreselijk. Is dit het nou? Wat heb ik nou helemaal gedaan met mijn leven? Toch ben ik daarna nog aan heel nieuwe dingen begonnen. Als je net als ik de 50 al bent gepasseerd, is dit blog hopelijk een oppeppertje voor je (en als je jonger bent, is het een geweldig vooruitzicht)!
David Galenson schreef over de successen van kunstenaars in relatie tot hun leeftijd. Hij vond uit dat sommige kunstenaars jong pieken, en andere kunstenaars juist doorbreken op latere leeftijd.
We zijn geneigd te denken dat je de frisheid en uitbundigheid van de jeugd nodig hebt om iets super creatiefs, iets echt baanbrekends te maken. Voorbeelden als Mozart, Picasso en Orson Welles produceerden alle drie al voor hun dertigste hun grootste meesterwerken.
Maar je kunt net zo goed op oudere leeftijd voor het eerst meesterlijke kunstwerken maken. Laatbloeiers zijn vaak kunstenaars die veel experimenteren, die een doel voor ogen hebben en door een trial-and-error-methode steeds een stapje verder komen. Ze bouwen hun vaardigheden langzaam op en pieken daarom pas veel later.
Kijk eens naar een schilder als Cézanne, die pas na zijn 60e piekte. Zijn schilderijen die hij maakte toen hij ongeveer 65 was, zijn 15x zoveel waard als zijn vroege werk. Hij was zo’n kunstenaar die zich gedurende zijn leven bleef ontwikkelen door zichzelf te herhalen en steeds iets meer in de richting van zijn doel te bewegen. Laatbloeiers zijn vaak (onder)zoekers.
Henri Matisse schilderde tot zijn 71e levensjaar. Toen kwam hij door een mislukte operatie in een rolstoel terecht. Maar dit was niet het eind van zijn kunstenaarscarrière. Matisse schilderde kleinere stukken papier, knipte er vormen uit en liet die door een assistent opplakken op een groot doek. Hij bloeide nog meer op!
Kunstenares Louise Bourgeois was al in de 60 toen ze eindelijk doorbrak. Ze was wel veel bezig geweest met kunst, maar had daarnaast eerst kinderen opgevoed, een pittig klusje. In 1993 vertegenwoordigde ze de Verenigde Staten op de Biënnale van Venetie; toen was ze al 82. Louise heeft tot haar dood op haar 99e kunst gemaakt (je kent haar spinnen toch?).
Voordelen van kunst maken als je jeugd al aardig voorbij is:
- Je bent creatiever, want om echt creatief te kunnen zijn, heb je veel aan opgebouwde kennis en ervaring op allerlei levensgebieden.
- Je hebt ook meer ervaring op technisch en beeldend gebied. Je hebt veel meer gekeken, visuele indrukken opgedaan, dan jongeren.
- Je hoeft je niet meer zo nodig te bewijzen, je bent iets wijzer geworden met de tijd.
- Je durft je meer uit te spreken in je kunst, hoeft er vaak niet meer van te leven, waardoor je je vrijer voelt.
- Je hebt meestal ook meer meegemaakt en daardoor meer te vertellen met je kunst
- Je trekt je (hopelijk) minder aan van de mening van anderen (en anders wordt het tijd om daarmee te stoppen). Ook dat geeft veel vrijheid.
Veel mensen komen daardoor in de herfst van hun leven nog tot grote bloei.
Kunst is meer een manier van leven en denken dan andere beroepen. Kunst maken is ontzettend fijn: het is heerlijk om iets te scheppen, iets te creëren wat er nog niet was. Dus waarom zou je als kunstenaar met pensioen gaan? Je kunt na de pensioenleeftijd nog makkelijk 30 jaar kunst maken. Kijk eens wat je in de eerste 30 jaar van je leven allemaal hebt geleerd en ontwikkeld, van praten en lopen tot autorijden en kinderen opvoeden. Als je op kunstgebied net zoveel leert, kun je nog heel succesvol worden.
Je bent dus nooit te oud om kunstenaar te zijn of zelfs nog te worden, en je te ontwikkelen in je kunst. Als Louise Bourgeois tot haar 99e kunst kon maken, kunnen jij en ik dat ook. Ik ben dat zeker van plan. En jij?