Voor koken van maaltijden met extra veel smaak, kun je het beste de tijd nemen. Stoofpotten laat je lekker lang laten sudderen, tot alles gaar is. Smaken vermengen zich dan optimaal. Bouillons laat je lang trekken, vlees of tahoe laat je een poos marineren. Je neemt de tijd.

Slow cooking dus.

In de kunst werkt het net zo. Soms weet je even niet hoe je verder moet. Je wacht op de volgende stap, op een inval, een eureka-moment waarop je precies voor je ziet hoe je het werk kunt afmaken. Meestal moet je dan geduld hebben, de tijd nemen, even aan ‘slow-art’ doen.

In het creatieve proces werkt het vaak heel goed om het kunstwerk waarmee je bezig bent even een tijdje te laten liggen, te laten sudderen in je brein. Een rustperiode dus.

Het grappige is: die rustperiode komt voor in officieel onderzoek naar het creatieve proces. In 1926 onderscheidt Graham Wallas vier fasen in het creatieve proces, waarvan de tweede fase de ‘incubatiefase’, een rust- of broedperiode is. Vreemd eigenlijk, dat een periode waarin je je kunstwerk totaal links laat liggen, er niet aan werkt, wordt aangemerkt als een essentiële fase van het proces.

Kennelijk is dat ‘sudderen’ nodig om een goed kunstwerk te krijgen. Je hebt beeldend onderzoek gedaan: geschetst, experimenten gedaan, referentiemateriaal gezocht. In je hoofd gebeurt heel veel. Je twijfelt nog tussen veel mogelijkheden, je moet keuzes gaan maken, je zoekt nog naar iets bijzonders, een andere invalshoek misschien … je weet het even niet.

En dan, op een onverwacht moment, gebeurt het. Juist als je ontspannen loopt te wandelen, of je staat onder de douche, dan vindt je brein het nodig om al die ideeën te combineren tot een lumineus plan. Je krijgt ineens een briljant idee. “Al ik het nou eens zó aanpak.” En natuurlijk heb je dan net geen notitieboekje bij je.

Zo werkt het dus. Zonder dat voorwerk had je die inval niet gekregen, en zonder het laten ‘inweken’ van al die indrukken ook niet. Je hersenen hebben de tijd nodig om alles te verwerken, om je indrukken te transformeren naar een plan, waarin alles samenkomt.

Wat bij mij goed werkt: ik werk aan een paar kunstwerken tegelijk. Als het ene kunstwerk ligt te ‘marineren’, ga ik verder met een ander werk, en als dat toe is aan een tijdje ‘sudderen’, pak ik een derde werk of ga ik terug naar nummer één, als ik daar in mijn hoofd meer duidelijkheid over heb gekregen.

Leg je kunst dus regelmatig in de marinade. Soms is de tijd nog niet rijp om verder te gaan. Neem de tijd, het hoeft niet meteen af of klaar. De smaak van je kunstwerk wordt er alleen maar beter van!