Misschien heb je hier ook last van: je creativiteit wil tien richtingen tegelijk op. Wat zeg ik? Voor één nieuw kunstwerk kan ik zonder problemen 1000 manieren bedenken om mijn idee te verbeelden. Ik zou mezelf zonder problemen tot mijn 100e fulltime kunnen bezighouden.

Maar die tijd heb ik waarschijnlijk niet, en dat is maar goed ook.

Als je elk creatief idee gaat uitvoeren, gaat je aandacht ook al die tien richtingen op en ontwikkelt je kunst zich nauwelijks. Een beetje rondfladderen, overal aan ruiken. Dat is geen probleem als je gewoon lekker bezig wilt zijn, maar omdat je mijn wekelijkse blog leest, vermoed ik dat je graag wilt groeien in het maken van kunst.

Daarom geef ik je dit advies: kies één van die tien richtingen, de richting waarvoor je het meeste voelt, en sla die weg in. Ga er vervolgens helemaal voor: maak tien of twintig werken in die richting, zodat ze bij elkaar horen, één stem laten horen. Op die manier verdiep je steeds. Van elk werk leer je, het volgende gaat makkelijker, je maakt betere keuzes en je voelt je er steeds meer in thuis.

Zo krijgt je werk cohesie en tegelijkertijd groei je.

(Zelf kies ik trouwens vaak een 2D- en een 3D-richting tegelijk, want ik houd van afwisseling.)

Als je een aantal kunstwerken in die ene richting hebt gemaakt en alle mogelijkheden hebt uitgediept, kun je kritisch kijken en de beste werken uitzoeken. De rest doe je weg of pas je aan met je nieuw verworven inzichten.

Geef dus dat ene idee echt een kans om zich te ontwikkelen, om echt iets te worden. Bijkomend voordeel is ook dat het goed staat in je portfolio. Het laat zien dat je je kunt focussen op één idee en dat idee kunt onderzoeken, exploreren en alle kanten op kunt buigen.

En dan, als je tevreden bent over de opbrengst van je zoektocht in die ene richting, als je dat ene idee diepgaand hebt uitgewerkt, neem dan een ander idee van je tien ideeën en sla die richting in. Ontdek hoever je daarin kunt gaan en wat je daarvan kunt leren.

Stel dat je bij elk van die tien creatieve richtingen één kunstwerk maakt, dan is er geen samenhang en moet je steeds het wiel opnieuw uitvinden. Je kunt je werken onderling niet vergelijken en jezelf dus ook niet verbeteren. Je werk blijft versnipperd en je leert nauwelijks. Je hoofd blijft een warboel zonder focus.

Waarin herken jij jouw manier van werken? Kies jij steeds één idee en verdiep je je daar een tijd in, of verleg je je focus steeds naar een nieuw idee? Ik ben benieuwd!