Heb jij al wimperextensions? Lange kunstnagels, een push-up-bra? Of ben je dagelijks in de sportschool aan het trainen om enorme spiermassa’s te kweken? Misschien wel, misschien niet, maar het is een feit dat veel mensen ervan houden om bepaalde lichaamsdelen flink te overdrijven.

Je brein houdt van overdrijvingen. Dat is lekker duidelijk. In de beeldende kunst wordt enorm veel overdreven.  Denk aan sculpturen van extreem gespierde Griekse goden of vrouwen met grote rondingen.

“Overdrijving geeft een duidelijk signaal, daar houden we van”, zegt Dick Swaab in zijn boek ‘Ons Creatieve Brein’.

Swaab legt dit uit met een experiment, waarbij je een hond leert dat hij bij het zien van een driehoek eten krijgt en bij een cirkel  niet. Als je de hond vervolgens de keuze geeft tussen een grote en een kleine driehoek, dan zal hij onmiddellijk naar de grote driehoek hollen.

Maak het theatraal, ‘zoals in het theater’ dus. Toneelspelers moeten hun gespeelde emoties sterk aanzetten met gebaren, houding en mimiek, om het effect bij het publiek te laten overkomen. Ze overdrijven om jou de emotie beter te laten zien, ook in hun kleding en make-up. Ze zijn bezig met kunst, niet met het gewone leven. In het dagelijks leven zouden ze met hetzelfde gedrag gekunsteld overkomen.

Ook in literatuur kom je overdrijvingen tegen in de vorm van de hyperbool. ‘Ze huilde een zee van tranen’ of ‘ik sterf van de honger’ zijn overdrijvingen die niemand letterlijk neemt, maar die wel veel sfeer aan een verhaal kunnen geven.

Jij maakt ook kunst, beeldende kunst. Je wilt met je werk indruk maken op kunstkijkers, je wilt een sfeer weergeven, waarmee je de emoties van de kijker beroert. Daarvoor is het eerst nodig dat ze naar je werk kijken. En daar komt het theatrale overdrijven van pas. Pas als een kunstwerk om aandacht vraagt, is de kunstkijker bereid zijn aandacht te geven.

Vraag dus aandacht met je kunst. Dat doe je door voor je gevoel te overdrijven met vormen, overdrijven met kleuren, overdrijven met contrasten.

Loop achteruit, neem net als het publiek in het theater wat afstand en kijk of het beeld dan nog net zo sterk is als van dichtbij. Als je aan het werk bent, zie je je werk altijd van dichtbij, maar dan kun je het theatrale effect niet inschatten. Wat van dichtbij heel duidelijk zichtbaar is, kan er van een afstand heel subtiel uitzien. Voor je gevoel moet je overdrijven, theatraal werk maken, dan is het van een afstand vaak precies goed.

Neem jij vaak genoeg afstand van je werk?