Er zijn geen regels voor het maken van kunst. Dat is fijn, het geeft je alle vrijheid om precies te doen waar je zin in hebt. Maar vaak is het ook lastig, want je hebt geen enkel aanknopingspunt over welke keuze je het beste kunt maken.
In het creatieve proces zijn er tijden dat je meer op je gevoel werkt én momenten waarop je meer je verstand gebruikt.
Je gaat in je creatieve proces door veel stadia. Je begint een kunstwerk vaak als een opgroeiend kind: speels en zonder na te denken. Je maakt een opzet, speelt met vormen, kleuren en texturen, tot je op een punt belandt waarop je vastloopt en niet meer weet hoe je verder moet.
Op dat moment zijn er zoveel mogelijkheden, dat je risico’s moet gaan nemen. Je volgende toevoeging of ingreep kan je vooruit helpen, maar kan ook alles wat je al hebt verpesten. Dit is de puberfase in je werk. Je moet lef tonen, door een grens breken en radicale keuzes maken om verder te kunnen. Er is nu even dwars pubergedrag nodig om een richting te bepalen!
Na deze keuze zijn er nog steeds ontzettend veel manieren mogelijk om verder te gaan. Je werkt door, tot er genoeg is waarover je tevreden bent. Dan wordt het tijd om met je volwassen brein je werk af te ronden.
Je gebruikt dan gebruik ál je kennis over kleur, vorm, balans, eenheid, variatie en alle andere beeldende middelen. Je zet die kennis in om er een ‘volwassen’ werk van te maken, om het te voltooien.
Het klinkt nu alsof die fasen netjes na elkaar plaatsvinden, maar zo werkt het meestal niet. Van de volwassen fase ga je misschien weer terug naar de kind-speelfase, of je slaat de puberfase over. Je gaat heen en weer op jouw eigen manier. Ieder heeft een eigen creatief proces, een manier waarop het werken het prettigst gaat.
Kunst is niet ‘zomaar iets doen’ en dan kijken wat het wordt. Je kunt best een paar keer geluk hebben door op die manier te werken, maar je bouwt zo nooit aan een eigen stijl, je krijgt nooit consistentie in je werk. Je ontwikkelt geen persoonlijke stijl die je kunt inzetten.
Kunst is een combinatie van spelen, experimenteren én kennis. Om vooruit te komen in je kunst, moet je weten waarmee je bezig bent, waarom je het zo doet, waarom je die keuzes maakt. Zo leer je je eigen voorkeuren kennen en ontwikkel je een soort inwendige gids met een eigen visuele taal.
Kent jouw creatief proces al een volgroeide ‘volwassen’ fase, met alle kennis die je nodig hebt? Of mis je nog kennis? Zo ja, welke? Ik ben benieuwd, laat het me weten.