Kunstlicht, kunstmatige intelligentie, kunstgras en kunststof – allemaal woorden waarin kunst een andere betekenis heeft dan de ‘kunst’ waarover ik gewoonlijk in mijn blogs schrijf. ‘Kunst’ in deze woorden betekent: ‘nep’, ‘onecht’ of ‘onnatuurlijk’.

Ik heb vorige week onze kunstkerstboom opgetuigd met kunstkaarsjes, kerstballen én een paar glitterende wilde nepdieren (onder andere een giraf en een neushoorn). Een onechte boom dus, die wel heel echt lijkt, maar die vanaf januari gewoon in een doos in de garage kan wachten op de volgende kerst. Goed voor het milieu, maar ik mis wel de geur van de dennennaalden.

De communicatie in deze coronatijd verloopt ook voor een groot deel kunstmatig, via beeldschermen. Heel fijn dat het bestaat, ik kan mijn bonuskleinkinderen in Amerika ‘gewoon’ zien opgroeien, maar het blijft onnatuurlijk. Ik maak ze niet echt mee, ken hun geur niet, weet niet hoe ze voelen, hoe zacht of hoe zwaar ze zijn. Via mijn beeldscherm kan ik dat moeilijk inschatten. En lekker even knuffelen is er ook niet bij.

Ik ga me steeds meer realiseren hoe belangrijk ‘echt’ is, in het leven en ook in beeldende kunst. Hoe belangrijk het is dat je al je zintuigen kunt gebruiken, dat je beleeft hoe groot iets is, dat je texturen en structuren kunt zien, dat je opmerkt wat het materiaal doet in een kunstwerk en of het misschien ruist of knispert.

Bij kunst spelen emoties een belangrijke rol. Dingen die je beroeren in een kunstwerk, komen vaak voort uit hoe je zintuigen een prikkel doorspeelt aan je hersenen. Bij beeldende kunst is dat in eerste instantie je visuele waarneming, maar het maakt wel degelijk uit hoe het kunstwerk ‘voelt’. Dat voelen heeft al snel te maken met de afmetingen, de grofheid of verfijning van de techniek, de tactiliteit, de ruimtelijkheid en details die je pas ziet als je dichterbij komt. Een schaduw of een dansende beweging van het werk die je pas opmerkt in het voorbijlopen. Je tastbare aanwezigheid is vaak noodzakelijk om een werk goed op je in te laten werken.

Tussen kerst en oudjaar had ik een kort kunstreisje door het land gepland. Lekker twee volle dagen naar een paar musea, mijn zintuigen laten verwennen door inspirerende beelden. Maar door de nieuwe lockdown valt dat plannetje in het water; de musea zijn weer dicht. Ik heb eigenlijk genoeg van de online exposities, hoe mooi ik die initiatieven ook vind, gewoon omdat ik de kunst niet kan ervaren zoals het door de maker bedoeld is.

Online zie je alles plat en statisch, door het oog van een fotograaf en zonder verdere zintuiglijke indrukken. Online kunst is eigenlijk ‘kunstkunst’, onechte kunst, nepkunst. Omdat we de volle zintuiglijke ervaring van beeldende kunst voorlopig moeten missen, geef ik je een paar tips  om deze kunstkunst-tijd door te komen en van ál je zintuigen te genieten:

Tip 1
Maak eens een snel kunstwerkje waarin een ander zintuig dan je ogen aan z’n trekken komt. Boetseer met marsepein of maak een bewegend werkje van papier. Kunst om aan te likken, aan te ruiken, naar te luisteren, aan te voelen. Knuffelkunst dus! Kunstenaar Job Koelewijn pakte bouillonblokjes in gedichtenpapiertjes in, als herinnering in zijn tijd in het ziekenhuis, toen hij alleen maar bouillon moest drinken.

Tip 2
Neem een stuk tekenpapier en potlood en ga zitten met je ogen dicht. Concentreer je één voor één op je zintuigen. Wat hoor je? Teken dat. Je geeft daarmee vorm aan iets wat geen vaste vorm heeft. Doe hetzelfde met ruiken, voelen, proeven (neem een lekker chocolaatje). Verbeeld wat je waarneemt met andere zintuigen dan je ogen. Dit kun je ook heel goed gebruiken in je kunstwerken!

Tip 3
Teken, schilder, boetseer of kies je eigen techniek en zet muziek op die je aanspreekt. Luister naar ritme, lengte en toonhoogte van de noten, klankkleur, melodielijnen en geef die vorm en kleur in jouw materiaal.

Veel plezier! Laat je het resultaat zien?
Groetjes,
Marjolein