Je kent het verhaal vast wel: de knappe jongen Narcissus keek in het water van een bergmeertje en werd verliefd op zijn spiegelbeeld. Het liep niet goed met hem af; het enige wat van hem overbleef, was een bloem: de gele narcis.

Caravaggio schilderde Narcissus, die voorover leunt en in het water naar zichzelf kijkt. Je ziet hem op de foto hierboven duidelijk zitten, toch?

Kijk nu nog eens beter. Je ziet twee armen, een hoofd met hals en schouders, die samen een soort boog vormen. Onder de boog zie je een knie, die als een losse aardappel in het midden van het beeldvlak ligt. Je ziet geen lijf, geen benen of voeten. Om de ‘boog’ en de ‘aardappel’ is het heel donker, soms zelfs zwart.

Toch denk je niet: “Hé, daar ligt een losse knie!” Je snapt best dat Narcissus een lichaam en benen heeft, waar die knie aan vastzit, ook al zie je het niet.

Dat komt door je ervaring. Je weet dat de meeste mensen een hoofd, een lijf, twee armen en twee benen hebben, dus ook voor Narcissus zal dat gelden. Je brein vult de losse onderdelen aan tot je denkt dat je een compleet mens ziet, ook al zijn delen niet geschilderd. Je neemt aan dat de losse knie bij Narcissus hoort, en door de plaats van die knie snap je meteen dat Narcissus zich niet aan het opdrukken is, maar dat hij voorover leunt.

In de waarnemingspsychologie noem je dit ‘de wet van het ingevulde hiaat’: je hersenen vullen automatisch ontbrekende informatie aan. Dit doen je hersenen om de wereld voor jou begrijpelijk te maken.

Maar kijk eens hoe interessant het schilderij wordt, juist doordat er delen missen! Er valt nog iets te raden, je ziet niet meteen hoe het beeld in elkaar zit.

Ik heb het schilderij ook even voor je in zwart-wit gezet. Zie je dat de restvorm over de knie een heel interessante vorm oplevert? Dat was heel anders geweest als Caravaggio het lichaam lichter had gemaakt, dan zat de knie aan het lichte lijf vast en was de spannende boogvorm van de armen verdwenen. Van de interessante restvorm om de knie was dan alleen een klein bergje over.

In de mouw rechts zit een diepe plooi; je brein snapt dat die donkere inham een plooi is en geen gat in de mouw en arm. Dat maakt de arm heel spannend.

Als je Narcissus helemaal uittekent, snapt je brein meteen alles, er valt niets te raden over, waardoor je snel zou doorlopen als dit op een tentoonstelling hangt. Dat beeld ken je al, het is heel gewoon.

Als je net als Caravaggio delen weglaat of in de schaduw laat wegvallen, moet je brein meer moeite doen om de vormen zelf aan te vullen tot iets herkenbaars. Dat maakt het beeld spannender, bijzonderder en meer de moeite waard om naar te kijken. Op een tentoonstelling zou je dus langer blijven kijken.

Kunstkijkers zouden zo’n schilderij ook eerder kopen, gewoon omdat het minder snel verveelt als het jarenlang in je kamer hangt. Weglaten kan dus veel opleveren! Dit geldt net zo goed voor driedimensionaal werk.

Weglaten van delen is best eng. Je moet keuzes maken, bijvoorbeeld wat je belangrijk vindt om wél te laten zien en wat niet. Dat is een kwestie van oefenen en proberen, maar het is echt de moeite waard om hier tijd in te steken, zodat je werk bijzonderder wordt. Laat je me het resultaat zien?