Nee, ik kijk nooit naar ‘Wie is de mol’. De titel ‘Jij bent de mol’ slaat op het leven ’s winters, dat ik ‘het mollenbestaan’ noem: ’s morgens met donker opstaan en ’s middags ook weer met donker thuiskomen, alsof we mollen zijn die een ondergronds bestaan voeren. Gelukkig worden de dagen alweer wat langer, maar zeker ’s avonds moeten de lampen nog aan.

Vooral autorijden vind ik in het donker minder fijn dan overdag. De laatste paar kilometer naar mijn huis gaat over een slingerende provinciale weg met maar weinig verlichting. Ik heb dan alleen houvast aan de witte lijnen, die ik met mijn koplampen beschijn.

Daar moest ik aan denken toen ik dit citaat van een bekend schrijver las, dat ik iets heb aangepast: “Het maken van kunst is als het rijden in je auto bij mist in de nacht. Je kunt maar zo ver als je koplampen kijken, maar je kunt de hele trip op die manier maken.”

Bij kunst weet je van tevoren nooit hoe je werk er uiteindelijk uit komt te zien. Het bestaat immers nog niet, het is helemaal nieuw. Je maakt een totaal nieuwe combinatie van kleuren, vormen, lijnen, texturen en toonwaardes, die je 2d of 3d combineert tot een nieuw beeld.

Eigenlijk ben je dus een soort halfblinde mol die kunst maakt; op de tast doe je steeds een volgende stap en kijk je hoe die uitpakt.

In je hoofd kan iets er geweldig uitzien, maar pas als je je ideeën uitvoert, merk je of het werkt of niet.

Daarom adviseer ik ook altijd om niet te lang te wachten met je idee in de praktijk te brengen, al is het maar door een klein schetsje te maken, omdat dan vaak meteen duidelijk wordt welke mogelijkheden en onmogelijkheden er bij je idee komen kijken.

Een idee dat je al helemaal in je hoofd hebt uitgewerkt, blijkt misschien helemaal niet te kunnen – dat is zonde van je tijd en energie! Of misschien kan het wél, maar zie je dat een andere kleur veel beter werkt, of dat het geheel toch groter moet.

Je kunt je gemakkelijk blindstaren op iets in je hoofd – de praktijk is heel anders.

Elke beeldende keuze op weg naar het eindpunt maakt de weg vrij voor een volgende beeldende keuze. Dan pas zie je wat je volgende stap zou kunnen zijn. Stap voor stap, keuze voor keuze kom je op het punt dat je werk klaar is. Vanaf geen van de keuzemomenten op de slingerende weg wist je precies hoe je werk er aan het eind zou uitzien, maar al rijdend zie je steeds een stukje meer.

Misschien heb je halverwege een afslag gemist, had je beter een andere weg kunnen nemen, of was er een kortere weg. Maar dat zie je pas achteraf, en dat kun je onthouden voor een volgende keer. Niet elk werk wordt zo goed als je verwacht of gehoopt had. Allemaal het gevolg van je beperkte ‘mollenblik’.

Bij elk nieuw werk tast je opnieuw als een mol in het duister. Hoe ga je dit nieuwe idee verbeelden en vormgeven? Je onderneemt weer een reis in het beperkte licht van je koplampen, stap voor stap. Natuurlijk leer je elke keer iets bij, waardoor je misschien iets verder vooruit kunt kijken of iets sneller de stappen durft te nemen.

Nee hoor, donker is niet eng. Je kunt alleen niet verder kijken dan er licht is. Maar dat maakt het maken van kunst nou juist zo fascinerend, toch? Als je al precies wist hoe je werk er zou gaan uitzien, was de lol van het maken er al af.

Ben je het met me eens? Of vind je dit onzekere aspect van kunst juist niet zo fijn? Ik ben benieuwd. Vraag eventueel een gratis kunstcoachsessie aan, misschien kan ik je een stukje vooruit helpen! (https://kunstacademie-online.nl/gratis/gratis-kunstcoachsessie/).