“Ik ben bang mijn werk te verpesten”: wat wordt dat vaak tegen me gezegd!
In het begin van het maken van een kunstwerk kun je nog alle kanten op. Je hebt nog alle hoop dat dít nieuwe werk jouw topwerk aller tijden zal worden. Je plannen zijn groots. Maar in de loop van het werkproces, als het werk zijn vorm begint te krijgen, wordt het aantal mogelijke keuzes minder en als het bijna klaar is, is er altijd een kans dat je je werk grondig verpest.
Soms is laatste stap die je zet in het werkproces van een kunstwerk niet de beste. Dan was een stap terug beter, maar ja, het is te laat, je hebt iets veranderd en dat is vaak niet meer terug te draaien.
Laten we even teruggaan naar het moment dat je kunstwerk het eindstadium begint te naderen. Er moet nog iets gebeuren voordat je tevreden bent, maar je weet niet goed wat. Dat is het moment dat de twijfel toeslaat en je bang bent om je werk te verpesten.
Die angst kan verschillende oorzaken hebben, vaak door een overtuiging die je in je jeugd hebt opgedaan:
1. Je vindt het zonde van het materiaal, zonde van het geld als het mislukt. Misschien had jouw gezin in jouw jeugd weinig geld, werd alles hergebruikt, heb je geleerd altijd zuinig te zijn of geen materiaal te verspillen?
2. Je vindt het zonde van alle tijd die je in het werk hebt gestoken. Misschien heb je vroeger geleerd om niet lui te zijn, niet te lummelen, je tijd goed te besteden, in elke minuut toch nog een klusje af te ronden om geen tijd te verspillen?
3. Je voelt jezelf mislukt als je kunstwerk mislukt. Je hebt het gevoel dat je niet veel waard bent, niets bijzonders bent, er niet toe doet. Als je kunstwerk mislukt, benadrukt dat weer de manier waarop je over jezelf denkt: ook daarin faal je, zie je wel, je bent niets waard.
Wat zit er bij jou achter de angst om je werk te verpesten? Wie zit er op je schouder mee te kijken? Herken je een van de oorzaken, of zit er bij jou nog iets anders achter?
Meestal zijn deze angsten ontstaan in je vroege jeugd. Nu ben je volwassen en mag je op een andere manier gaan denken. Welke gedachte of overtuiging kun je veranderen, zodat je minder bang bent om je werk te verpesten?
Goed. Je bent dus op een punt beland in het werkproces, waarop je niet goed weet hoe je verder moet gaan. Je bent niet tevreden, en je weet niet goed wat je moet doen om wél tevreden te worden.
Tips om verder te gaan:
- Zoals het nu is, is het toch niet goed. Waarom er niet mee experimenteren en het grondig verpesten, om er heel veel van te leren?
- Werk met tweedehands of gratis materialen, met restjes of afval, dat geeft vrijheid. Als je werk geslaagd is, kun je het eventueel nog een keer in duurder materiaal uitvoeren
- Maak een foto van het werk zoals het op het twijfelpunt is, druk die een paar keer af en experimenteer eerst op de foto
- Neem van elke stap in je proces en foto, zéker als je twijfelt – ook al is je werk na de volgende stap niet beter, dan heb je in elk geval de foto’s nog, waarvan je veel kunt leren voor de volgende keer.
‘Verpest’ je je werk toch? Dat kan iedereen gebeuren. Spijt over een verkeerde keuze helpt niet. Gebruik je resultaten om zoveel mogelijk van te leren voor een volgende keer. Wat zou je dan anders kunnen doen? Dat brengt je steeds weer verder naar nieuwe ideeën en keuzemogelijkheden. En de ene keer zal je kunstwerk verrassender worden dan de andere keer, dat is nu eenmaal zo. Maar als je ervan leert, groeit de kans dat je over een volgend werk meer tevreden bent bij elke mislukking!