Een paar maanden geleden las ik een artikel van Lena van Tijen over kunstenaarsarchieven. Ik moest erg lachen toen ik het volgende las: “Er liep op de academie dagelijks een conciërge met zijn afvalkarretje door de ateliers. ‘Is het kunst of mag het weg?’ riep hij. En, ook al was iets geen kunst, mocht het meestal niet weg.”
Dit zegt voor mij drie dingen:
- Het is niet altijd duidelijk of iets kunst is of niet
- Kunst is lang niet altijd visueel aantrekkelijk en lijkt zelfs vaak op afval
- De meeste kunstenaars zijn enorme verzamelaars van rommel die ze ooit misschien nog wel eens kunnen gebruiken
Het eerste en tweede vind ik best erg, maar ik ga het nu niet hebben over wanneer kunst wel of niet mooi is (dat is deels heel persoonlijk), of over de verzamelwoede van kunstenaars.
Afgelopen weekend bezocht ik de examenexpositie van de Groningse kunstacademie Minerva. Ik bezoek al zo’n 20 jaar regelmatig examenexposities en tot nu toe kwam ik daar meestal teleurgesteld uit. Er was bijna nooit werk bij waar ik langere tijd naar wilde kijken, waarvan ik echt onder de indruk was.
Ook als ik mijn best deed om mijn eigen smaak uit te schakelen en zo neutraal mogelijk te kijken, waren er weinig aantrekkelijke beelden bij. Het leek wel of ‘mooi’ taboe was bij studenten, net als ‘realistisch’. Er was vaak een hoog gehalte aan ‘dat kan mijn neefje van 3 ook’, je kent het vast.
Eerlijk is eerlijk, ik ging ook naar deze ‘Graduation Show’ (heel hip alles in het Engels) omdat hij werd gehouden in een geweldige oude strokartonfabriek in Scheemda, en dat is voor mij op fietsafstand. Lekker zonnetje, mooi tochtje, en ik wilde dat intrigerende gebouw graag eens van binnen zien. Dus ook al zou er niets bij zijn dat de moeite waard was, dan was dat al winst.
Maar ik was echt aangenaam verrast!
Bij enkele afgestudeerden zag ik nog werk waarvan ik niet zeker wist of het nou hun examenwerk was of de opgestapelde troep van de strokartonfabriek (is het kunst of mag het weg?), maar het meeste werk kon ik echt waarderen.
De presentatie van Judith Knol vond ik echt verrassend: een platte vitrinekast (waar je van bovenaf in kon kijken), met nonchalant daarin hele bergen kleine schilderwerken, waarvan ik op het eerste oog dacht dat het oude foto’s waren, maar het waren stuk voor stuk super gedetailleerd geschilderde alledaagse tafereeltjes (instagram @juuduud). Maar er waren veel meer startende kunstenaars van wie ik zó werk in huis zou willen hebben. Als je het leuk vindt: een overzicht staat op https://www.academieminerva.nl/nl/exposities/6101/future.
Kennelijk mag het weer: kunst maken die er gewoon aantrekkelijk uitziet! Ik was dus dubbel blij: een mooi gebouw én een mooie expositie. Na lange tijd is het kennelijk ook tot academies doorgedrongen dat niemand kunst wil kopen die eruit ziet of het in de prullenbak thuishoort. Top!
Wat me wel opviel, was dat er aardig wat jonge kunstenaars nogal depressief werk maakten. Geen idee of ze zelf ongelukkig waren, maar hun werk zag er soms erg treurig uit. Ik hoop niet dat dat een nieuwe trend onder kunststudenten wordt.
Dus vooral goed nieuws: kunst mag er weer gewoon ‘mooi’ uitzien en knap gemaakt zijn. Geen conciërge zou bij deze expo vragen of het werk de container in mag.
Dus leef je uit en voel je vrij om te maken wat jij mooi vindt.
Groetjes,
Marjolein