De bladeren zijn weer aan het vallen. Ik geniet altijd erg van de warme herfstkleuren, maar die lopen nu op hun eind. In mijn tuin staan alleen nog twee Japanse boompjes met dieprood blad; de rest is nu bruinig.
Op de middelbare school moesten we voor het vak biologie een herbarium maken. We verzamelden bladeren van zoveel mogelijk bomen (oprapen, niet plukken) en droogden die tussen telefoonboeken (die bestonden toen nog).
Dat verzamelen en drogen vond ik nog wel oké, maar wat we daarna moesten doen, vond ik echt onzinnig: al die bladeren moest je niet alleen inplakken in een schrift, maar ook natekenen.
Heel vreemd vond ik dat: je zag het echte blad toch al, waarom dan ook nog tekenen?
‘Doe het nou maar’, zei de docent, meneer van Lierop. Ik mocht hem graag, ik had al een keer een weddenschap van hem gewonnen. En ik was een braaf meisje, dus ik ging tekenen.
Pas toen ik begon met bladeren tekenen, snapte ik de reden: je kijkt dan vele malen beter! Pas met het natekenen zag ik de verschillen tussen de kartelrandjes van verschillende bladeren, de nerfstructuren die duidelijk van elkaar verschilden, de bollingen of juist hollingen in de randen. Ik zag dat bladeren van een boom spitsere punten hadden en dat precies dat het verschil maakte met het blad van een andere boom, die er veel op leek. Ik had ook meer oog voor de afmetingen en verhoudingen.
Als je tekent, kijk je pas goed.
Je brein kijkt heel algemeen. Dat doet je brein om je te beschermen tegen overprikkeling. Als je alles wat in je blikveld komt, even goed moet bekijken, ben je uren bezig. Je kijkt dus heel globaal, anders word je gek. Je ziet een huis, maar als je weer wegkijkt, weet je niet meer hoeveel ramen het huis had, of er een lamp naast de deur hing, welke vorm de dakpannen precies hadden en waar de regenpijp liep. Dat zie je pas als je het huis gaat tekenen.
Bij biologie leerde ik dus het belang van tekenen voor goed kijken. Ik zag de vormen van de bladeren honderd keer beter dan met mijn globale blik.
Goed kijken is natuurlijk ook super belangrijk bij het maken van kunst. Juist details kunnen het verschil maken. Kijken naar kleuren en vormen, maar ook naar minder voor de hand liggende dingen als tussenvormen, toonwaarden of het effect van compositie.
Hoe beter je kijkt, hoe bewuster je je kunst kunt sturen in de richting die je wilt. Je kunt met je kunst ergens de nadruk op leggen, waardoor de kunstkijkers anders of beter gaan kijken naar iets heel alledaags. Goed kijken geeft inzicht in je kunst én in je eigen wereld. Wat precies mist er nog, waar is het te druk? Hoe kan je een vorm krachtiger maken?
Veel tekenen dus… ook al lijkt je tekening nergens op, je hebt tóch beter gekeken. Hoe mooi is dat?
Hoe zou beter kijken jouw kunst kunnen versterken? Laat het me weten!