“Hoe kan ik dit saaie beeld spannender maken? Hoe zorg ik ervoor dat de compositie sterker wordt en meer diepte geeft? Ik vind blauw hier goed werken, maar mijn vriendin vindt rood beter. Welke keuze is de beste? Wat zal ik nu eens gaan maken? Mijn inspiratie is op, óf: ik heb veel teveel ideeën. Mijn werk is een rommeltje, niets past bij elkaar. Heb ik eigenlijk wel een eigen stijl? Ik kan er niets van, ik leer het nooit!”

Ik wil wedden dat dit soort vragen regelmatig in je hoofd rondspoken als je met je kunst bezig bent. Ik weet het, want ze worden me dagelijks gesteld.

Kunst maken gaat niet vanzelf. Het is gewoon hard werken. En omdat er geen regels zijn voor wat ‘goede’ kunst is, zal je dat zelf moeten bepalen. Dat kan fijn zijn, maar het kan je ook erg onzeker maken. Want hoe weet je of je goed bezig bent? En kan je dat wel leren? Hoe maak je sterk werk?

Je ziet collega-kunstenaars bij wie alles vanzelf lijkt te gaan. Ze maken mooi werk, weten hoe ze alles moeten aanpakken, ze twijfelen niet, maar maken steeds de juiste keuze. Ze hebben echt een eigen stijl. Ze hebben altijd inspiratie, produceren volop en exposeren regelmatig. Dat wil jij ook.

En dat kan! Mijn allerbelangrijkste tip is: maak ‘gerichte vlieguren’.

Als je net je rijbewijs hebt gehaald, ben je nog geen goede chauffeur. Daarvoor moet je ervaring opdoen, net als een piloot ‘vlieguren’ maken. Na honderden rij-uren merk je dat het rijden soepeler, vanzelfsprekender gaat. Je trekt niet meer hortend en stotend op, met veel teveel toeren; je weet precies hoe hoog je de koppeling moet laten opkomen en hoeveel gas je daarbij moet geven.

Zo werkt het in je kunst ook. Kunst is het resultaat van werken, veel dóen. Veel uitproberen, finetunen, net als met de koppeling van je auto. Soms heb je geluk en is je eerste keuze gelijk een voltreffer, maar veel vaker moet je gewoon hard werken en veel foute keuzes maken om tot een goed resultaat te komen. Uren maken dus.

Maar maak dan wel gerichte vlieguren, ga niet zomaar wat rotzooien en dingen lukraak uitproberen; daar groei je niet van, daar word je juist alleen maar verwarder van.

In je auto ga je ook niet achterstevoren op de bestuurdersstoel zitten om te kijken of dat beter rijdt, of proberen of je ook kunt schakelen met je claxon. Dat helpt je niet vooruit. De rijtechniek heb je geleerd; je moet nu zoveel mogelijk verschillende verkeerssituaties meemaken, zodat je kunt oefenen hoe je in elke situatie het beste kunt reageren op de rest van het verkeer. Doel: zonder botsingen op je eindbestemming komen.

Ook al is elke verkeerssituatie nieuw en maak je steeds een andere keuze, je kunt voor jezelf heel goed verantwoorden waarom je in het ene geval remde en in het andere juist extra gas gaf.

In kunst is ook elk werk nieuw, maar als je de beeldtaal vloeiend spreekt en weet wat je met je werk wilt vertellen, kun je heel gericht experimenteren zodat je leert welke beeldende keuzes je het beste effect opleveren. En daar wordt je werk sterker van.

Ik ben ervan overtuigd dat iedereen die oprechte interesse heeft in het maken van kunst, dat kan leren. Niet op de Bob Ross imitatiemanier, maar op je eigen, authentieke wijze. Met veel gerichte vlieguren.

Hoeveel vlieguren moet je maken voordat het effect heeft? Je kent de 10.000 urennorm voor meesterschap. Dat is een aardige vuistregel, dan zit je meteen op het niveau van Picasso. En dat hoeft natuurlijk niet. Hoe gerichter je aandacht, hoe minder uren je nodig hebt. Het enige voordeel van een fulltime kunstacademie is dat je je vier jaar lang ongestoord met het ontwikkelen van je kunst kunt bezighouden. Dan zit je al op grofweg 8.000 uur.

De kunst is om te weten wat echt bij jou past en daar meester in te worden, zodat je weet waarin je je wilt ontwikkelen en dan gerichte acties kunt ondernemen. Gerichte vlieguren dus.

Ben jij gericht bezig met je ontwikkeling? Hoe pak je dat aan? Ik ben benieuwd.