Dit weekend hebben we een paar kleine fruitboompjes in de tuin geplant. Hopelijk hebben we volgend jaar wat eigen appels, peren en pruimen. Er is zelfs een walnoot bij, maar die is nog zo klein dat ik de komende jaren nog geen noten verwacht.
Om de vers geplante boompjes water te geven, zocht ik de tuinslang. Ik had in mijn hoofd dat hij geel was, dus ik zocht naar een gele rol. Drie keer de schuur en de garage afgezocht, maar niet gevonden. Tot ik bedacht dat ik eigenlijk niet zeker was van de kleur. Misschien was hij wel groen. Ik ging anders kijken en vond de tuinslang binnen een minuut. Hij bleek donkerrood te zijn.
Het beeld in mijn hoofd klopte niet, dus ik zag de tuinslang niet.
Op koningsdag merkte ik hetzelfde op: ik was op zoek naar konijnenknuffels en een bepaald soort poppen, maar kon niet beide tegelijk zoeken want dan vond ik niets. Dus eerst een rondje gelopen om naar konijnen te zoeken en daarna de poppen.
Als je iets zoekt, ben je zo gespitst op jouw onderwerp, dat je niets anders meer ziet. Dat is handig om het snel te vinden, maar het is juist onhandig als je je bijvoorbeeld wilt laten verrassen door nieuwe dingen.
In je kunst werkt dat ook zo. Je hebt een idee in je hoofd dat je gaat uitwerken. Je zit soms zo vast aan je idee, dat er nauwelijks ruimte is om je werk op een andere manier te bekijken. Je ploetert door om het beeld in je hoofd vorm te geven, ook al lukt het niet naar je zin. Je zit te vast aan je idee en je kunt geen andere manieren bedenken om het kunstwerk te maken.
Bij het werk van een ander is het makkelijker: je ziet op een expositie een kunstwerk en weet onmiddellijk wat je niet bevalt, wat jij anders zou doen en hoe je dat zou aanpakken. Je wordt dan niet belemmerd door een beeld in je hoofd over hoe het werk eruit zou moeten zien.
Maar bij je eigen werk is dat lastiger. Je kent het hele voortraject, je weet waarom je deze kleuren, vormen en compositie hebt gekozen en je kijkt niet meer onbevangen. Je bent er emotioneel teveel bij betrokken. Je weet niet wat je kunt doen om je werk te verbeteren, je ziet niet waar het wringt.
Een oplossing is afstand. Letterlijk van grote afstand naar het werk kijken, zodat je het beeld zo klein mogelijk ziet. Een foto maken met je telefoon helpt ook, en dan de foto in je galerij als thumbnail (minifotootje) bekijken. Je ziet dan alleen de hoofdlijnen, heel globaal. Het zal je verbazen hoeveel beter je dan het werk kunt beoordelen. Alsof je zonder enige wens op koningsdag langs de kraampjes loopt: je kijkt heel vrij in het rond en laat je verrassen.
Ook afstand in tijd kan goed helpen. Leg het werk waarin je bent vastgelopen een tijdje uit het zicht en haal het na een paar weken of zelfs maanden weer tevoorschijn. Je hebt dan ook geestelijk afstand kunnen nemen van je idee, en je hebt een opener en vrijere blik.
Mijn bomen hebben gelukkig water gekregen, uit een donkerrode tuinslang. Vroeger had ik een gele, dat beeld had ik nog in mijn hoofd.
Neem jij genoeg afstand van je werk, om beter te kunnen beoordelen of je tevreden bent? En hoe pak je dat aan? Ik hoor het heel graag!