Heb jij dat ook? Dat je vaak mega jaloers bent op een kunstwerk van een ander? Dat je jezelf voor je hoofd slaat omdat jíj niet op dat idee bent gekomen?

Het werk van een kunstenaar die je bewondert vind je vaak veel aantrekkelijker dan je eigen kunst. Wat een meesterlijke techniek zie je daar! Hoe geweldig manipuleert deze kunstenaar de materialen! Wat een tijd en werk zit erin! En wat een verbeeldingskracht!

Je eigen werk vind je heel ‘gewoon’; je denkt dat iedereen zoiets kan maken. Voor jou is je eigen werk zo vanzelfsprekend, zo normaal, dat je niet kunt begrijpen dat anderen er enthousiast over kunnen zijn. Het gaat je zo gemakkelijk af – dat kan nooit ‘goed’ zijn. Je twijfelt eraan of je wel een echte kunstenaar bent.

Toch klopt het niet wat je denkt. In de loop van de jaren heb je jouw eigen manier van werken ontwikkeld. Je hebt een eigen handschrift, een persoonlijke kleurkeuze, een heel eigen gebruik van vormen en materialen. Misschien heb je een eigen techniek bedacht om een bepaald effect in je werk te creëren. Daarom lijkt alles (te) gemakkelijk te gaan. Niet omdat je je er makkelijk vanaf maakt, maar omdat je enorm veel ervaring hebt opgedaan in jouw manier van werken.

Je bent er gewoon goed in geworden, en dat doet niemand zomaar na. Net als jij de kunstenaars die jij bewondert niet zomaar nadoet. Een andere kunstenaar kijkt misschien op dezelfde manier naar jouw kunst als jij naar die ander.

Het is een grote valkuil als je meer in de richting van die bewonderde kunst wilt gaan werken. Volgende week zie je weer iets anders dat je raakt, en ja, dat wil je ook leren en in je eigen kunst integreren, waardoor je je weer in een andere richting beweegt. Een paar weken later gebeurt hetzelfde. Zo raak je verstrikt in een wirwar aan stijlen en raak je de weg totaal kwijt.

Het gras bij de buren is altijd groener, zeggen ze toch? Maar kijk eens hoe je eigen gazon, je eigen kunst, erbij ligt. Weet je eigenlijk wel waarmee je bezig bent in je kunst? Als dat zo is, laat je je niet zo gemakkelijk van je pad brengen.

Natuurlijk kun je in het werk van andere kunstenaars getroffen worden door iets gaafs, waar je jaloers op bent. Je kunt daar op twee manieren mee omgaan.

  1. Je denkt: ‘Wow, dat heeft die kunstenaar geweldig gedaan zeg. Petje af, complimenten.’ Je bent dankbaar dat je zoiets gaafs hebt gezien, maar weet dat jij in je kunst een heel andere focus hebt. Je maakt een foto van het werk ter herinnering.
  2. Je denkt hetzelfde, maar ziet dat je er iets van kunt leren voor in je eigen werk. Misschien mis je nog iets in je eigen kunst, dat deze kunstenaar wél raakt. Analyseer dan goed wát in dat werk ervoor zorgt dat het je raakt, dan kun je kijken of dat ene aspect in jouw werk een mooie aanvulling zou kunnen zijn, waardoor je jouw eigen pad beter kunt bewandelen.

Die afweging kun je dus pas maken, als je je eigen richting in de kunst goed kent en als je je eigen werk op waarde kunt schatten. Je werk is altijd op z’n sterkst als je jouw drijfveren kent en als je jouw ideeën effectief kunt verbeelden.

Jaloerse blikken werpen naar het gemillimeterde gras van de buren en dan óók een grasveldje aanleggen, dat maakt jouw tuin niet beter. Misschien voel jij je meer thuis in een wilde bostuin, een moestuin of een bloemenweide. Zorg dat je dat weet, dan kun je bewonderend kijken naar kunst van een ander, zonder jaloers te hoeven worden.

Herken je dit verhaal? Laat het me weten!