Afgelopen week gaf ik weer met veel plezier een tekenvierdaagse aan een groep enthousiaste mensen. Eén ding valt me elke keer weer op: de meesten zijn geneigd veel te snel te willen tekenen. Ook bij schildertrainingen valt me dat vaak op. De haas in ons denkt beter te kunnen tekenen dan de schildpad.
Ik denk dat dat komt, doordat we het beeld hebben van kunstenaars dat ze bij de ezel gaan staan en hun model rats-rats op papier of op doek zetten, met rappe, trefzekere streken. Maar dat is een mythe.
Een kunstenaar kijkt goed, als een schildpad, en neemt daarmee de tijd om elke nuance in zich op te nemen. Elke lijn en elk vlak wordt zorgvuldig op de juiste plek gezet, om het model zo goed mogelijk in een beeld te vangen.
Met snel en haasachtig werken, wordt het al snel een onpersoonlijk cliché-portret, meer een symbool dan een écht lijkend portret. Met een rustiger werktempo en meer aandacht is de kans veel groter dat het een sprekend top-portret wordt. Ook hier wint de schildpad het van de haas.
Bij beeldhouwen is het trouwens anders: daar móet je wel rustig werken, anders sla je teveel weg of splijt de steen of het hout waarmee je werkt. Het materiaal dwingt je de schildpad in je aan te wenden en langzaamaan te doen.
Welke techniek je ook gebruikt om je kunst te maken, het is altijd goed om met bewuste aandacht te werken. Aandachtig kijken kost tijd, maar het is absoluut de moeite waard. En hoe vaker je met aandacht kijkt, hoe sneller je dat kunt.
En het grappige is: als je je tempo verlaagt en heel rustig en aandachtig ‘schildpaddig’ werkt, hoef je niet steeds te verbeteren of aan te passen en ben je uiteindelijk vaak nog sneller klaar dan ‘haastigen’. Goed kijken neemt nu eenmaal tijd in beslag, en dat is prima. Als je na een uur terugkijkt wat je in dat schildpaddentempo hebt bereikt, is dat vaak meer dan je denkt.