Je kijkt op tv naar de WK tennis, en je denkt: “dat lijkt me een leuke sport. Dat ziet er niet moeilijk uit. Ze slaan gewoon met een racket een balletje over een netje. Moet lukken.”
Je wordt lid van een tennisclub, je koopt een racket en tennisschoenen en schrijft je in voor het eerstvolgende toernooi. Voor die tijd neem je een paar lessen om een paar tips te krijgen, zodat je dat toernooi kunt winnen. Tijdens die lessen merk je dat de tennisbaan best groot is, dat het net hoger hangt dan gedacht, dat je racket z’n eigen willetje heeft, waardoor de ballen vaak alle kanten uitschieten, dat je schoenen knellen en dat je vrij snel buiten adem bent.
Je doet mee aan het toernooi en eindigt onderaan. Je conclusie is: “Ik heb gewoon geen talent”. En je stopt met de tennissport.
Dit verhaal klinkt erg ongeloofwaardig, toch? Niemand zal verwachten dat hij of zij na een paar maanden (of zelfs na een paar jaar) net zo goed kan tennissen als Novak Djokovic. Iedereen weet dat als je wilt leren tennissen, je jarenlang intensief zal moeten trainen, techniek moet leren, vaardigheid moet opdoen, conditie moet krijgen enzovoort.
Waarom zou dat bij het maken van kunst anders zijn? Waarom spreek ik zoveel mensen, die bij het zien van bijvoorbeeld schilderijen van Rembrandt denken: “Ach, van dichtbij zien die verfstreken er best makkelijk uit, dat moet ik met een beetje oefening ook kunnen.” Meteen zo goed en schijnbaar moeiteloos willen schilderen als Rembrandt is geen uitzondering. Als dat niet direct lukt, zijn ze gefrustreerd en denken ze geen talent te hebben, terwijl ze alleen trainingstijd missen.
Bij tekenen en schilderen denkt iedereen dat je dat snel moet kunnen leren. Het ziet er zo makkelijk uit. Streepje hier, kloddertje daar en het lijkt een portret. Kinderen tekenen, schilderen en kleien al, dus als je ouder bent moet je daar supersnel vaardig in kunnen worden.
Maar waarom zou het leren schilderen sneller gaan dan leren tennissen, saxofoon spelen of klassiek ballerina worden? En zeker als je kunst wilt maken, dus als je meer wilt dan een foto naschilderen, maar zelf je composities wilt bepalen.
Misschien ken je de volgende anekdote over Picasso:
Pablo Picasso zit te eten in zijn favoriete restaurant. Plotseling komt er een fan naar zijn tafel; die fan schuift een restaurantservetje naar hem toe en vraagt: “Zou je hier iets op willen tekenen? Ik betaal je natuurlijk.” Picasso pakt een potlood uit zijn borstzakje en begint aan een snelle schets. De fan ziet al snel een geit op de servet verschijnen.
Picasso is in een mum van tijd klaar en de man wil de servet meenemen. Picasso houdt hem tegen en zegt: “Ik krijg nog €100.000,- van je.” De fan schreeuwt: “WAT? Honderdduizend euro? Waarom? Je bent er niet meer dan 30 seconden mee bezig geweest! Dat slaat nergens op.” Picasso verfrommelt de servet en stopt hem in zijn broekzak. “Je hebt het mis”, zegt hij. “Ik ben er al 40 jaar mee bezig.”
Ook het leren maken van kunst kost tijd. Het heeft met talent niets te maken. Het gaat om veel maken en veel weggooien, want mislukken hoort erbij. Zelfs Djokovic slaat niet alle ballen raak.
Geniet van het maken en stel niet te hoge eisen aan jezelf; je wordt vanzelf beter. Als je sneller wilt ontwikkelen, kan ik je in een persoonlijk kunstcoachtraject helpen om grotere stappen te zetten in je creatieve proces. Ook Djokovic heeft een coach!