De wereld ziet er nu met een dikke laag sneeuw heel anders uit. De sfeer is totaal verschillend, door de kleur en het gedempte geluid. Zelfs ’s avonds lijkt het lichter door de witte aarde.

Elke kleurnuance geeft jou een bepaalde emotie. Elke vorm ook. Net als een geluid, een klank, een beweging en afmetingen. Het maakt ook uit wáár je iets ziet, hoe ver of dichtbij, dus de compositie van je beeldveld. Als de fotograaf van bovenstaande foto een ander standpunt had gekozen, had je de maan misschien niet als basketbal gezien, maar gewoon als maan. Alle beeldelementen hebben invloed op je gevoel en op de betekenis van wat je ziet.

De meeste emoties en betekenissen die beeldelementen oproepen zijn universeel, die gelden voor iedereen in onze cultuur. Een puntig en scherp mes is gevaarlijker dan een rond en glad botermesje; dat weten je hersenen meteen als ze de vorm en kleur zien. Door de glans en reflecties van het materiaal weet je dat het om metaal gaat.

Je brein is een wonderlijk instrument. Hij heeft enorm veel invloed op wat je ziet, op wat je werkelijk waarneemt.

Beelden komen via je ogen direct in je brein binnen. Maar je ziet lang niet alles wat er te zien is, zoals een camera wél alles precies weergeeft. Hersenen maken een selectie voor je, anders hebben ze het te zwaar. Als je net als een camera echt álles in je zou opnemen, zou je binnen een dag overspannen zijn.

Daarom vereenvoudigen je hersenen je waarneming voor je. Ze zoeken naar wat belangrijk voor je is om te zien, bijvoorbeeld naar dingen die gevaar voor je kunnen opleveren. Als iets scherp of puntig is, een donkere of harde kleur heeft, in beweging is of heel groot is, dan is de kans groot dat je het ziet. Op de snelweg zie je aanstormende auto’s, vrachtwagens en signaalborden heel goed, maar hectometerpaaltjes, de struiken in de berm en woningen in de verte vallen je maar nauwelijks op.

Hoe weten je hersenen wat belangrijk is?

Dat weten ze door alle ervaringen uit je leven bij elkaar op te tellen en samen te vatten in vormen, lijnen, kleuren, compositie en andere beeldelementen.

In de beeldende kunst kan je daarvan supergoed gebruik maken om precies dát te verbeelden wat je wilt. Als je precies weet welke emoties je oproept als je bepaalde kleuren naast elkaar gebruikt, of een object hoger of lager op je tekening of in je installatie plaatst, dan heb je veel meer grip op het uiteindelijke resultaat.

Dat is beeldtaal: ‘spreken’ in beeldelementen als kleur, vorm, lijn, contrast, textuur, ruimte enzovoort. Verwondering oproepen, verstilling weergeven, spanning creëren: alles hangt af van de juiste keuze van de beeldelementen.

Het is mijn ervaring dat er vrijwel geen kunstenaars zijn die de beeldtaal goed beheersen. De meesten werken zo’n beetje op gevoel. De kans is groot dat dat bij jou ook het geval is. Maar hoe kan je dan de kunst maken die jij wilt? Hoe weet je welke keuzes je moet maken in het creatieve proces? Hoe kan je een sterk beeldend werk maken zonder kennis van beeldtaal? Dat is onmogelijk.

Het beheersen van beeldtaal is essentieel voor elke kunstenaar. Daarom heb ik een online beeldtaaltraining ontworpen. In de week van 1 maart start deze training als pilot voor een beperkt aantal mensen tegen een laag pilottarief.